Om dat te begrijpen moeten we eerst uitleggen hoe normaal de regulatie van de hormonale vruchtbaarheid gaat.
In het voorjaar als de dagen langer worden wordt er in de hersenen minder van het stofje melatonine aangemaakt Dit stofje onderdrukt normaal de aanmaak van de hormonen in de hersenen die zorgen dat in de testikels testosteron en in de eierstokken oestrogenen worden aangemaakt. Dat gebeurt dus niet meer en de dieren worden sexueel aktief. Het testosteron en oestrogeen op hun beurt remmen het vrijkomen van hormonen uit de hersenen af en zo blijven de hormonen in balans.
Je neemt de testikel of eierstok weg en daarmee het testosteron en het oestrogeen.
De geslachtsstimulerende hormonen in de hersenen worden niet meer geremd en komen ongecontroleerd in de bloedbaan terecht. In de bijnier zitten cellen die ook testosteron en oestrogeen kunnen maken en die worden nu aangezet tot produktie ervan. Het fretje komt onder invloed van deze hormonen.
Door de overmaat aan sexhormonen ontstaan de klinische klachten:
- kaalheid (90%) vooral van de romp
- jeuk (soms het enige symptoom)
- geslachtgeur neemt toe
- Ontstaan van een dun rimpelig dun huidje
- sexuele aktiviteit neemt toe (Slepen met hokgenoten, bijterig worden)
- bij moertjes: vulvazwelling
- bij rammetjes: prostaatvergroting, waardoor plasproblemen ontstaan.
De diagnose is eigenlijk vooral te stellen door de typische symptomen. Wij doen altijd bloedonderzoek om ook andere problemen van de ouder wordende fret in kaart te brengen.
De behandeling van een bijnierprobleem gebeurt met een hormoonimplantaat. Dit implantaat bevat juist ook een geslachtsstimulerend hormoon, alleen dit komt continue vrij en niet pulserend zoals door het eigen lichaam en daarom heeft het een uitdovend effect op de bijnieren. De productie van testosteron en oestrogeen nemen af en het diertje wordt weer “hormoonvrij”.
Het implantaat moet elke 1 a 2 jaar opnieuw ingebracht worden.