Zieke fret herkennen

Om te beoordelen of een fretje gezond is of niet zijn er een aantal dingen waar je op kan letten om dat te weten

Dit kan varieren met het jaargetijde. Het gemiddelde gewicht van een moertje zit ergens tussen de 400 en 1000 gram, van een rammetje tussen de 600 en 1500 gram. Rammetjes kunnen vlak voor de castratie echt zwaar zijn en vallen meestal af na castratie, dat is dus niet verontrustend (mits er geen klachten zijn!).

De gewichten schommelen met de seizoenen, in de winter is een fretje zwaarder dan in de zomer, het kan wel 100 gram schelen. Het is verstandig om je fretje elke week te wegen en dit bij te houden in een schriftje, zodat je weet welke gewichten bij jouw fretje horen. Als een fretje niet lekker is dan merk je dat vaak het eerst aan het gewicht. Als het opvalt dat een fretje “ingevallen flanken” heeft en neiging heeft om te vallen, dan is hij al aardig ziek.

Als je een fretje in handen hebt dan mag je niet de ribbetjes voelen en het buikje moet gevuld zijn. Met lopen moet het fretje geen ingevallen flanken hebben. Als fretjes ouder worden dan verliezen ze wel hun mollige vet en voel je makkelijker de botjes. Het is wel verstandig om, zeker bij een fretje ouder dan 4 jaar, bij afvallen het bloed te checken op bv. een insulinoom, alvorens het afvallen en schonkiger worden toe te schrijven aan de ouderdom.

Als je een fretje in handen hebt moet deze sterk aanvoelen, met een beetje spartelen moet er wel spierkracht zijn. Als het fretje rondloopt mag het niet omvallen met de achterhand en moet een flinke spurt kunnen trekken. Spierslapte zien we bij uitstek bij een insulinoom of bv. een ontsteking van het evenwichtsorgaan. Bij twijfel is een bezoekje aan de dierenarts voor een bloedonderzoek zinvol. (bv bij Dierenkliniek Leidsche Rijn).

Een gezonde fret heeft een dichte vacht waarbij je niet de huid kunt zien. Een angora is wat dunner behaard omdat deze geen ondervacht heeft, Als de fret in de rui is dan kan deze zelfs een beetje kalig worden (soms pleksgewijs). Ook fretten die nog niet gecastreerd zijn zijn wat dunner behaard. Na castratie gaan deze dieren vaak flink ruien en komt er een prachtig zeehondenvelletje te voorschijn!

Veel fretten hebben een kale staart wat geen teken van ziekte is maar eerder een teken van ouder worden. Soms zit er in de winter haar op en zijn ze in de zomer kaal. Als een fret niet goed door de rui heen komt en een kale romp krijgt dan is het verstandig om het fretje te laten checken op een mogelijk bijnierprobleem.

Een fret met een magere borstkas en een dikke buik is een reden voor een bezoek aan de dierenarts. Bij een fret is het erg makkelijk de buikorganen te voelen; de nieren, de milt, de darmlymfeknoop (die nogal eens behoorlijk vergroot kan zijn bij helicobacterproblemen en door niet ervaren dierenartsen voor een tumor kan worden aangezien), de maag, de blaas.

Ook een vergrote milt kan een dikke buik veroorzaken en dat is ook een reden om de oorzaak daarvan te laten onderzoeken bij een in fretten gespecialiseerde dierenarts.Verder is het ook mogelijk dat er vrij vocht in de buik zit, bv door een hartprobleem.

Kortom als de buik te dik is in verhouding tot de rest van de fret dan is een goed onderzoek noodzakelijk!

De oogjes moeten helder en schoon zijn. Een wittige plek moet altijd bekeken worden. Het kan een beschadiging zijn of een lens die troebel is. De oren zijn meestal niet schoon bij de fret (tenzij er een hokgenootje is die graag oren uitsopt…) Ze produceren aardig wat oorsmeer. Fretten zijn erg gevoelig voor oormijt. Deze kun je met het blote oog niet zien, daar moet echt een oorkijkertje aan te pas komen. Bruine korsten wijzen niet altijd op oormijt, maar deze oren moeten wel schoongemaakt worden met bv een wattenstaafje gedrenkt in een beetje slaolie of water.

Het neusje moet ook schoon zijn. Korstjes rond de neus wijzen op ingedroogde neusuitvloeiing, dit hoort niet dus is er mogelijk wat aan de hand.

Fretten zijn eigenlijk wel gevoelig voor een slecht gebit. Het eerste tandsteen zie je al verschijnen voordat ze een jaar oud zijn. Dan zie je al tandsteen op de scheurkiesjes. Bij het ouder worden breidt dit tandsteen zich verder uit over de andere elementen en de eerste kiesjes kunnen al los zitten als ze 4 jaar oud zijn. Dit is wel sterk afhankelijk van het voedsel. Bij brijvoeding gaat het veel harder dan bij brokjesvoeding.Een jaarlijkse controle van het gebit, bv bij de jaarlijkse enting, is heel belangrijk.

Het bekijken van het onderkantje is nodig: is er geen gezwollen vulva? Is het kontje schoon? Bij een mannetje: is de opening oke?

Als een fretje heeft gegeten ligt dit al na 4 uur als een poepje in de bak. Gezonde ontlasting heeft een bruine kleur en de consistentie van een sliert tandpasta. Korreltjes in de ontlasting duiden op een probleem met de vertering. Diarree bij de fret kan een oorzaak hebben binnen het maagdarmkanaal, bv een corona infectie of een bacterie bv opgelopen uit rauw voedsel, coccidiose.Soms ligt de oorzaak buiten het maagdarmkanaal, bv bij een insulinoom. Elke oorzaak geeft wel een karakteristieke afwijking aan de ontlasting. Het meest echter zien we groene slijmerige diarree. Dit duidt er op dat de fret niet voldoende eet, waardoor de ontlasting groenig wordt (niet omgezette galkleurstoffen) en slijmerig wordt (productie slijm in de darm zonder aanwezigheid voedselbestanddelen).

Elke vorm van diarree is afwijkend en onderzoek door een frettendeskundige dierenarts is noodzakelijk!